In dit artikel tref je samengevat welke overwegingen de rechter heeft binnen de juridische toetsing[1]. En je leest hoe de arbeidsinspecteur verklaart; hoe de werkgever reageert en hoe de kantonrechter vonnist.
Tot ontploffing
Een winkelmedewerkster haar dagelijkse werkzaamheden bestaan uit het aanvullen en sorteren van producten in schappen, opruimen en bedienen van de kassa. Op 3 november 2018 heeft ze tijdens haar werkzaamheden een confettikanon uit een schap met huishoudartikelen gepakt, omdat het daar niet hoorde te liggen. Terwijl ze met het confettikanon in haar handen langs de schappen liep, is het confettikanon tot ontploffing gekomen in haar gezicht. Als gevolg van deze ontploffing heeft de medewerkster ernstig letsel aan haar linkeroog opgelopen.
De Arbeidsinspecteur
Het arbeidsongeval is op 15 november 2018 gemeld bij de Inspectie SZW. De betrokken arbeidsinspecteur heeft nadere informatie ingewonnen. Naar aanleiding van zijn bevindingen schrijft de arbeidsinspecteur het volgende:
“Op de hoofdvestiging in Zwaagdijk-Oost de beelden bekeken van het ongeval. Ik zag het slachtoffer met een losse partypopper in haar hand door de winkel lopen. Ik zag dat ze in de partypopper keek en het leek alsof ze met haar hand een draaiende beweging maakte, waardoor de partypopper in haar gezicht ontplofte. We hebben één partypopper ter plaatse laten ontploffen in een vuilniszak en de confetti vloog dwars door de vuilniszak heen. Het was een vrij heftige knal. Vervolgens hebben we de partypopper uit elkaar gehaald. Ik zag onderin een metalen busje waarop een rubberen dopje zat, die met een metalen draaidop op het flesje gedrukt was. Je moet bewust aan de partypopper draaien om deze te laten ontploffen. (…)
Telefonisch contact gehad met het slachtoffer. (…) Slachtoffer vond een losse partypopper in een schap in de winkel waar deze niet thuishoorde. De folie aan de bovenzijde van de partypopper was verwijderd. Ze vroeg zich af wat er met de partypopper aan de hand was en keek er daarom in, terwijl ze tegelijkertijd onbewust aan de partypopper heeft gedraaid. Ik heb aangegeven dat ik het ongeval zie als een ongelukkige samenloop van omstandigheden en dat ik er daarom geen nader onderzoek naar zal doen. (…)”
Verweer
De werkgever voert aan dat het algemeen bekend is dat het ontploffingsmechanisme van een confettikanon in werking wordt gesteld door met beide handen in tegengestelde richting aan de koker te draaien en dat zij haar werknemers niet op dit risico hoefde te wijzen. De kantonrechter deelt deze opvatting niet.[2]
Wat oordeelt de kantonrechter?
Partijen zijn het erover eens dat het oogletsel dat deze medewerkster heeft opgelopen is ontstaan in de uitoefening van haar werkzaamheden voor de werkgever. Op grond van het tweede lid van artikel 7:658 BW is het aan de werkgever om te bewijzen dat zij aan haar verplichting om voor een veilige werkplek en arbeidsomstandigheden te zorgen heeft voldaan.
Dat de werkgever geen specifieke instructies of waarschuwingen heeft gegeven aan haar met betrekking tot de wijze waarop met een confettikanon als het onderhavige moet worden omgegaan, staat niet ter discussie. Hoe een confettikanon tot ontploffing kan worden gebracht is (echter) geen feit van algemene bekendheid,
De kantonrechter verklaart voor recht dat Action aansprakelijk is voor de door medewerkster geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade als gevolg van het ongeval dat haar is overkomen op 3 november 2018.
Masterclass Aansprakelijkheid
Wilt u meer weten over de verplichtingen en aansprakelijkheid van werkgevers? Kom naar onze Masterclass Aansprakelijkheid voor Veiligheidskundigen op woensdag 8 december in Zeist!
[1] Toetsing in het kader van deze zorgplicht vindt plaats langs de PDCA cyclus en daarbij worden de Arboverplichtingen inventariseren; maatregelen treffen; instructie geven en toezien langsgelopen.
[2] 12. Action voert in dit verband nog aan dat zij duizenden artikelen in haar schappen heeft liggen en dat het confettikanon slechts één van die producten is. De kantonrechter overweegt hierover het volgende. Action kiest er voor een zeer divers en steeds wisselend winkelaanbod te hebben. Dat Action het vervolgens ondoenlijk vindt om haar werknemers te instrueren over het gevaar van één enkel product tussen de veelheid aan artikelen in haar schappen, ligt in haar risicosfeer en ontslaat haar niet van haar verantwoordelijkheid als werkgever om te zorgen voor een veilige werkomgeving waar ongevallen als de onderhavige zich niet kunnen voordoen.