De Arbowet verplicht werkgevers beleid te voeren tegen psychosociale arbeidsbelasting waaronder ongewenste omgangsvormen (artikel 3, lid 2). Dit betreft discriminatie, seksuele intimidatie, agressie & geweld en pesten (artikel 1, lid 3 onder e).
Indien medewerkers blootgesteld worden aan psychosociale arbeidsbelasting (PSA), moeten de risico’s van PSA opgenomen worden in de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) van de organisatie. Een werkgever dient dus onderzoek te doen naar eventuele risico’s ten aanzien van PSA. Enkel als blijkt dat deze risico’s aanwezig (kunnen) zijn dient de werkgever in het kader van de RI&E aanvullende maatregelen te nemen, bijvoorbeeld door het aanstellen van een vertrouwenspersoon.
Kent u het verschil tussen de Vertrouwenspersoong Ongewenste Omgangsvormen (VOO) en de Vertrouwenspersoon Intergriteit (VPI)? We hebben het voor u naast elkaar gelegd.
Wegwijzer Vertrouwenspersoon Ongewenste Omgangsvormen
TNO heeft de nieuwe wegwijzer Vertrouwenspersoon Ongewenste Omgangsvormen gepubliceerd. Deze wegwijzer bevat informatie over de wettelijke kaders, de taken en verantwoordelijkheden, het profiel, competenties en de positionering van de vertrouwenspersoon.
Het doel van de Wegwijzer Vertrouwenspersoon Ongewenste Omgangsvormen is om een positieve bijdrage te leveren aan het creëren van een veilige werkomgeving. Iedereen moet zich namelijk veilig kunnen voelen op het werk.
Psychosociale arbeidsbelasting kan grote gevolgen hebben voor zowel de persoon zelf, als de organisatie. Een organisatie valt of staat met het welzijn van de medewerkers. Dit maakt dat dit onderwerp zeker thuis hoort op de agenda van de Veiligheidskundige en Arbeidshygiënist.