De eigenaar van een bedrijf dat arbeidsveiligheidscursussen verzorgt, wordt er van verdacht een basisveiligheidscertificaat te hebben vervalst. Het gaat om de ‘Basiscursus veilig werken met interne transport middelen’. Samen met een medeverdachte heeft de eigenaar een certificaat gemaakt waarop staat dat de medeverdachte op 25 april 2016 de cursus met goed gevolg heeft afgerond. Echter had deze persoon geen cursus gevolgd, en was dit certificaat aangemaakt om na een arbeidsongeval aan te tonen dat deze persoon wel de benodigde kennis zou hebben.
Inspectie SZW
De Inspectie SZW is vervolgens bij de afwikkeling van dat arbeidsongeval uitgegaan van onjuiste informatie en kwam daarmee tot een onjuist oordeel. Uiteindelijk ontdekte de Inspectie SZW dat het certificaat valselijk is opgesteld. De kwestie belandt vervolgens bij de rechter.
De valsheid in geschrifte zoals hierboven is uiteengezet heeft geleid tot een onjuist oordeel van de Inspectie SZW bij de afwikkeling van dat arbeidsongeval. De rechter vindt dat de verdachte door zijn handelen het vertrouwen in het maatschappelijk verkeer met betrekking tot schriftelijke stukken met bewijsbestemming op ernstige wijze heeft beschaamd. En vindt dat juist van de verdachte integriteit mag worden verwacht, als verzorger van cursussen gericht op de veiligheid op de werkvloer, bij het uitgeven van dit soort certificaten.
Oordeel rechter
De rechter acht het vervolgens passend en geboden om de verdachte een taakstraf op te leggen voor de duur van 50 uur taakstraf óf 25 dagen hechtenis, waarvan 20 uur voorwaardelijk of 10 dagen hechtenis. Dit lijkt misschien een lichte straf, maar de grootste straf zal nog liggen in de imagoschade dat het bedrijf van de verdachte heeft opgelopen.